In 2011 begon ik.

Elke dag bloggen. En dan is het snel voorbij, leuke stukjes bedenken. Het enige dat overbleef was ikzelf, en mijn gedachten en mijn gevoelens.

Dat is waar ik over blogde. Elke dag. Ook de dagen dat ik er helemaal doorheen zat.

Dit was paasvakantie 2012

Klap in mijn gezicht gehad en anker kwijt, dus voorlopig geen energie om hier te schrijven.
hoe therapeutisch ook, dit is groter dan dit blog.
Aanvaring met mijn dochter, ontdekt dat ik volstrekt faal als vader en dat was mijn enige houvast bij al mijn ups en downs.  een goede vader zijn kan ik tenminste nog wel, dacht ik.
Alle grond onder mijn voeten weg, mijn dochter heeft liefde en begrip nodig en vooral dat laatste ervaart ze niet van mij.
Sterker nog, ze heeft zich er al bij neergelegd dat dat thuis niet te halen is.
Ik heb mezelf voor de gek gehouden al die tijd.
Het klinkt dramatisch en op dit moment voelt het nog dramatischer

(hier staat het hele blog)

Bloggen was voor mij therapeutisch. Beter dan een dagboek. Want door het publiek te maken, speelde ik met mijn schaamte. In het licht brengen wat ik het liefst wilde verstoppen. Het hielp me ook dat ik fijne reacties kreeg. Ik ontdekte op deze manier dat ik niet de enige was met dit soort kronkels.

Wat ik hier deed is het toelaten van mijn gevoel. Eén van de 9 onderdelen van de toolbox voor veerkracht. Die toolbox leerder ik pas afgelopen jaar kennen, via mijn opleiding bij Gave Mensen.

Nu, terugbladerend zie ik hoe ik zelf al onbewust delen van deze toolbox toepaste. De lessen die ik leerde verwoordde ik weer.
Dit schreef ik 10 dagen later op mijn blog.

misluk
verknal en verpruts
niet slikken !
proef de bittere smaak aandachtig
en zeg dan tegen jezelf
ik hou van je
laat dat smelten op je tong
zo onvoorwaardelijk lief te kunnen hebben

Op het eind van de kerstvakantie, begin 2013 schreef ik dit.

Nog een uitje verzinnen voor de laatste dag. Om iedereen nog even lekker bij elkaar te hebben (dat maakt ook deel uit van mijn  dip: iedereen weer gericht op zijn eigen buitenwereld, oudste kinderen weer naar hun studentenkamers)
Allemaal om dat gevoel te verdringen.
Ook al weet ik dat verdringen zoooo fout is. (Foei! mag niet Jacob Jan!) (Foei! met je foei! Beetje liever zijn voor jezelf!) (Foei!, nu doe je weer een foei.)
Het gaat wel weer over zo’n bui. Dat weet ik inmiddels.

Een tuimelaar ben ik.
Ik kom altijd weer recht overeind.
Maar nu ben ik even aan het wiebelen, en een heel klein beetje misselijk.

{

Het gaat wel weer over zo’n bui. Dat weet ik inmiddels.

 

 

Nog een les die ik afgelopen jaar leerde te benoemen. Overprikkeldheid, en wat dat met je doet. De amygdala die je hersens kaapt, waardoor de relativerende en kalmerende gedachten je niet meer kunnen bereiken.  Ik weet dat accepteren helpt, maar kan er niet bij, en dáár word ik dan weer boos over. Dát is overprikkeldheid. Het enige wat er op zit, is wachten tot het voorbij gaat.
Ik wist dat dus als, ik wist alleen niet dat het mijn brein was die dat deed.

Ik ga een boek schrijven.

Allemaal levenslessen, zelf uitgeprobeerd.

En ik ga ze van commentaar voorzien. Ik ga de toolbox voor veerkracht er bij houden. En de theorie.

“Waarom zedlfhulpboeken niet werken” wordt de titel. Weet je, alles klopt wat er in die boeken staat, en tóch is de werkelijkheid weerbarstiger. Dat is wat mijn blogs laten zien. Dat is de relativering die je nodig hebt om er voor te zorgen dat zo’n zelfhulp boek niet de zoveelste externe norm wordt die je internalsieert,

En ik ga de blogs opnemen waarin ik gesprekken voer met mijn interne fan. Zonder hem/haar had ik dit allemaal niet gekund.

O, en met mijn dochter is het goed gekomen. De volgende dag al vertelde ze dat ze van me hield.

De spanning bleef.

Tot vorig jaar.

Toen ik voor het eerste mij in een jruk liet zien. Ik stak mijn kop om de deur om dat te vragen, ik wist niet zeker of ze het wel wilde zien. “Komkomkom!” Riep ze, en vervolgens, enigsinzs verbaasd: “Goh, dit staat je leuk!”

Daarna praatten we, tot in de vroege ochtend. Ze vertelde me dat ze nu de openheid voelde om te vertellen wat ze ervaren had, en hoe ze me gemist heeft als vader. Nu kon ik het horen. Zonder schaamte. Haar erkennend in wat ze miste. We waren nooit eerder zó verbonden. Alleen dat al is mijn transitie waard.
Wat ze vertelde komt in mijn boek, en in mijn theater, want het is een heel mooi voorbeeld over hoe gaaf hoogsensitieve kinderen zijn, en hoeveel ze op jonge leeftijd al doorhebbben.

0 reacties